West Nile virus

Het West Nile virus wordt via muggen verspreid. De Verenigde Staten van Amerika worden reeds sinds 1999 geplaagd door deze aandoening. Sinds de eerste 25 gevallen  in 1999 op Long Island werden vastgesteld, was er een exponentiële toename tot 15257 gevallen in 2002 verspreid over de gehele Verenigde Staten, met uitzondering van Alaska en Hawaii. Een piek zo bleek later. In 2011 werden er zo'n 80 vaststellingen gedaan (tot 29 november 2011). Zowel paarden als mensen zijn gevoelig.

Recente uitbraken in Europa in 2011 werden volgens het Global Alert and Response system (GAR) van de World Health Organisation (WHO) gerapporteerd in Albanië (2), Griekenland (22), Israel (6), Roemenië (1) en de Russische Federatie (11).

In Duitsland is begin september 2018 gemeld dat in Brandenburg bij een paard West Nijl virus voor het eerst is aangetoond in Duitsland. Mogelijks kan dat dan ook in België optreden. Gezien de momenteel al koudere nachten is dit niet waarschijnlijk omdat er al veel minder muggen zijn en het virus kan zich als het kouder wordt ook niet meer vermenigvuldigen in de muggen.

Een infectie met het West Nijl virus kan bij paarden (en mensen) volledig symptoomloos verlopen. De infectie kan griepachtige symptomen geven: sloom zijn, slecht of niet eten en een licht verhoogde lichaamstemperatuur (38.6 - 39.4 ˚C). Bij ongeveer een derde deel van de klinisch besmette paarden treden zenuwverschijnselen op: spiertrillingen, ataxie, verlammingen, rare vage kreupelheid en/of veranderingen in het gedrag. Rustige paarden kunnen heel lastig worden en lastige paarden heel rustig. In het ergste geval kunnen de paarden ook niet meer staan en sterven, of moeten worden geëuthanaseerd. Deze symptomen lijken deels op die van de neurologische vorm van rhinopneumonie (EHV-1), maar de twee aandoeningen zijn voor een dierenarts doorgaans wel te onderscheiden.

De kans dat West Nijl nu zo laat in het jaar nog zal uitbreken in ons land lijkt klein, maar is onvoorspelbaar.

Er zijn voor het paard goede vaccins beschikbaar tegen West Nijl, maar een goede bescherming is  pas opgebouwd  enkele weken na de tweede vaccinatie.  West Nijl is een vector-gebonden ziekte (bv via muggen) en dan is de besmetting duidelijke anders is dan bij een direct van dier tot dier besmettelijke ziekte. Bij West Nijl kan een eigenaar er voor kiezen om één of enkele paarden wel en de rest niet te vaccineren. Bij influenza of rhinopneumonie is dat heel onverstandig en dat heeft te maken met infectiedruk. Bij een direct besmettelijke ziekte als influenza of rhinopneumonie moeten dus alle paarden op een bedrijf gevaccineerd zijn om een optimale bescherming te hebben. Bij West Nijl is dit verschillend omdat paarden worden besmet door met het virus geïnfecteerde muggen, maar paarden die de ziekte krijgen scheiden zelf geen virus uit.